“Ich wollte die Sonne noch einmal sehen”

indrukwekkend getuigenis van een der laatste overlevenden van de holocaust.

Het is een door de weekse woensdagavond -zo rond etenstijd - als in de Alt-reformierte Kerk in Emlichheim de documentaire over het leven van Erna de Vries-Korn vertoond wordt. Als historisch geinteresseerde besloot ik naar deze bijeenkomst te gaan en was benieuwd naar de antwoorden op vragen die aan mevrouw De Vries gesteld zouden worden. Wie schetst mijn verbazing dat er in deze kerk geen plaats meer onbezet was en dat er rijen mensen in de gangen stonden. De belangstelling was overweldigend en het grote aantal jongeren verbaasde mij. De burgemeester van de Samtgemeinde Emlichheim leidde de bijeenkomst en de hoogbejaarde mevrouw De Vries (96 jaar) werd door haar dochters op een rolstoel naar het podium gebracht. Met moeite kon ik in de gang een plaatsje bemachtigen en kon zo de documentaire over haar leven volgen. Mevrouw De Vries was geboren als dochter van een Duitse ondernemer en een joodse moeder. Ze had een mooie jeugd gehad totdat de Kristallnacht in 1938 de rust verstoorde. Het meubilair werd kort en klein geslagen en het gezin – haar vader was toen al overleden – moest maken dat ze weg kwamen. Met moeite probeerden haar moeder en Erna weer een leven op te bouwen totdat ze opgepakt werden en naar Auschwitz moesten. Erna kwam na enige tijd in het beruchte blok 25. Ze zou de andere dag vergast worden. Vlak daarvoor had ze afscheid van haar moeder kunnen nemen, die haar gevraagd had – mocht zij overleven – te vertellen wat hun aangedaan was. Die kans was natuurlijk uiterst gering, want alle bewoners van blok 25 waren ten dode opgeschreven. Erna hoopte en bad nog eenmaal de zon te mogen zien en – als door een wonder – werd die ochtend haar naam opgelezen en werd zij naar Ravensbrueck getransporteerd. De reden was dat zij halfjoods was en dus een andere behandeling kreeg. Ze overleefde de verschrikkingen van dat vrouwenkamp en trouwde na de oorlog met Jozef de Vries, die Neuengamme, Sachsenhausen en Auschwitz overleefd had. Erna moest steeds aan de opdracht van haar vermoorde moeder denken: Vertel wat ons overkomen is en dat heeft ze tot op zeer hoge leeftijd gedaan. Ze woont momenteel in Lathen in het Emsland, waar zelfs een school naar haar genoemd is. Na het overlijden van haar man heeft zij in woord en daad de opdracht van haar moeder uitgevoerd en nu kon ze –vanwege haar hoge leeftijd – alleen enkele vragen beantwoorden. Indrukwekkend was naar aanleiding van een vraag: hoe nu verder? Haar antwoord: “Blijf je inzetten voor verdraagzaamheid, ongeacht godsdienstige overtuiging of politieke voorkeur. Racisme en antisemitisme moeten bestreden worden. Het mag nooit meer gebeuren en daarvoor dienen wij allen te waken!”
Thuisgekomen ben ik nog steeds verbaasd over de enorme belangstelling van Duitse zijde Ik vroeg mij af hoe jongeren met deze verschrikkelijke gebeurtenissen moeten omgaan? De grootouders deden het, de ouders zwegen en de kleinkinderen willen weten wat er gebeurd is. Het is natuurlijk te simpel een man (Hitler) of een partij verantwoordelijk te stellen voor die industriele moord. Te veel handlangers, meelopers, gefrustreerden en andere groepen en individuen hebben meegedaan en meegeholpen. Er was nauwelijks sprake van verzet. Verzet viel ook niet mee, want de regering was immers democratisch gekozen, hoewel enkelingen waarschuwende geluiden hadden laten horen. In diepste wezen waren het ook niet alleen Duitsers die er bij betrokken waren. Ook andere Europeanen en niet-Europeanen konden er wat van. Namen als Demjanjuk of Iwan de Verschrikkelijke spreken boekdelen en in ons eigen land waren er ook fanatieke collaborateurs en jodenhaters.
In de boekwinkel op het station in Zwolle zag ik het boek van Arnon Grunberg: Ons in Auschwitz op de eerste plaats staan en het boek van Eddy de Wind, Eindstation Auschwitz op de derde plaats. Wie deze boeken ter hand neemt, zal het met Angela Merkel eens zijn, dat er geen woorden zijn, om het gebeurde te verwoorden. Op de grote herdenking van de bevrijding van Auschwitz werden er dan ook door veel hooggeplaatsten mooie woorden gesproken, maar het is de vraag of jongeren hierdoor echt geraakt worden. In dat opzicht geloof ik meer in het optreden van Erna de Vries. Maar ook in de uitspraak van Dietrich Bonhoeffer: dat het soms nodig is dat je een spaak in het wiel steekt! Een leerzame oproep van een groot theoloog en ook een martelaar, wiens werk verdiend om gelezen, besproken en nagevolgd te worden.>


C. A. Admiraal